Monthly Archives: February 2017

De rechten van de mens in Cuba

En wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet? Mattheus 7:3

Als we de westerse pers moeten geloven is het slecht gesteld met de rechten van de mens in Cuba. De VS voert het aan als argument om de in 1959 ingestelde internationale economische blokkade van Cuba af te dwingen, waar ook de Nederlandse regering braaf aan meedoet. Ook het oordeel van Human Rights Watch en Amnesty International is negatief, net als dat van Reporters sans Frontières. Zeer negatief over het regime in Cuba is Cuba Glasnost die ons wekelijks met CubaTips op de hoogte brengt van alles wat er mis is met het communisme.

Wat opvalt in alle kritiek op de mensenrechtensituatie in Cuba is dat daarin de rechten van de mens min of meer worden vereenzelvigd met vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om aan politiek te doen zoals dat in westerse landen gebruikelijk is: kiezen tussen en meedoen met politieke partijen die strijden om de meerderheid in het parlement. Op al die kritiek valt wel wat af te dingen. Dat is hoognodig om de mensenrechtensituatie in Cuba én bij ons in het westen eerlijker te beoordelen.

Sociale mensenrechten
Anders dan de in het westen gebruikelijke kritiek op Cuba doet denken zijn er veel meer mensen­rechten: recht op voeding, recht op een woning, recht op onderwijs, recht op gezondheid, recht op zinvolle arbeid, recht op rechtshulp, recht op sociale zekerheid.  Waarom worden die ‘sociale’ men­senrechten niet in de beoordeling betrokken?  Als dat wél zou gebeuren, dan zouden veel wes­terse landen misschien een lagere totaal score hebben dan Cuba.

Ziekenhuiszorg  en onderwijs in Cuba zijn gratis. Mensen die hun huur of hun hypotheek niet kunnen betalen en op straat worden gezet zijn in rijke welvarende  westerse landen niet ongewoon, in Cuba komt het vrijwel niet voor. Kindersterfte ligt lager dan in de VS. De levens­verwachting is gelijk aan die in Nederland. Vergeleken Nederland en de VS is Cuba echter een arm land. In 2010 was het BNP in dollars in Cuba 10.200, in Nederland 40,300 en in de  VS 47,200.[1]

Indrukwekkende prestaties voor een arm land dat sinds 1959 geplaagd wordt door een internatio­nale economische blokkade en bovendien gedwongen wordt veel geld uit te geven voor defensie en veiligheid omdat de VS er met alle middelen naar streeft, inclusief militaire middelen en sabotage acties, om de situatie van voor de revolutie te herstellen waarin het door de VS werd gekoloniseerd. [2]

Dat de sociale mensenrechten niet in de beoordeling worden betrokken door critici van het regime in Cuba valt met name  te verklaren doordat rechten die de vrijheid  moeten garanderen, de zo­ge­naam­de klassieke of liberale grondrechten, in het liberale westen hoger worden aan­gesla­gen en worden  be­schouwd als de essentie van de mensenrechten. Die vrijheid houdt in het niet te worden gedwars­boomd door de overheid. Niet bij het uiten van zijn mening en het zich politiek of anderszins organi­se­ren en niet bij het ondernemen en handel drijven.

Mensen die van honger dreigen om te komen en geen dak boven hun hoofd hebben zullen eten en onderdak echter belangrijker vinden dan het recht om hun mening te uiten, maar intellectuelen en politici in het westen die zich druk maken over mensenrechten in Cuba oordelen misschien teveel vanuit een positie van relatieve welvaart. Maar dat is niet alles.

Persvrijheid en onafhankelijke pers
Het is waar, de pers, de tv en radio in Cuba zijn in staatshanden. De media in westerse landen als de VS, Nederland en België zijn officieel onafhankelijk van de staat. Kranten worden uitgegeven door bedrijven die van de opbrengst moeten bestaan. De vraag is echter of de berichtgeving waar wij aan gewend zijn wel zó onafhankelijk is dat je inderdaad kan spreken van persvrijheid. Om een aantal redenen moeten we aan de persvrijheid en de onafhankelijke pers in het Westen sterk twijfelen.

Spindocters en woordvoerders
Cees Hamelink is emeritus hoogleraar Internationale Communicatie aan de Universiteit van Amster­dam en emeritus hoogleraar Media, Religie en Cultuur aan de Vrije Universiteit. In een filmpje dat te zien is op Youtube legt hij uit dat je niet moet geloven wat er in de krant staat.[3] De krant, zo valt zijn betoog samen te vatten, doet niet veel anders dan de leugens reproduceren van de overheid en het bedrijfsleven die door spindocters en reclamespecialisten worden bedacht om het volk om de tuin te leiden. Hamelink wijdt dat vooral aan het numerieke overwicht van spindocters en woordvoerders: op elke journalist zouden er daar vijftien van zijn.

Commerciële belangen
Noam Chomsky en Andre Vltchek schreven het boekje  On western terrorism, from Hiroshima to drone warfare. Eén van de hoofdstukken is gewijd aan de media in Europa en de VS. Hun voornaamste kritiek is dat de belangrijkste media niet geïnteresseerd zijn in nieuws en opvattingen die een ander verhaal vertellen dan dat van de overheid en dissidenten nauwelijks aan het woord laten. Voor de overheid is het helemaal niet nodig de pers te censureren, de media doen het zelf. Chomsky en Vltchek wijten dat vooral aan de commerciële belangen van de media: afhankelijkheid van inkomsten uit advertenties en het feit dat media vaak eigendom zijn van commerciële instellingen en miljonairs als Murdoch en Berlusconi.

Vriendschap en zelfcensuur
In een uitgebreid gesprek [4] met Cees Hamelink en Janneke Monshouwer, die de omroep 30 jaar van binnen uit heeft meegemaakt en daar kritisch boek over schreef [5], komt nog een ander aspect naar voren, namelijk de vooringenomenheid van de (hoofd)redacteur. Is hij lid van of heeft hij vrienden bij een bepaalde politieke partij, dan bepaalt dat in hoge mate de kleur van zijn verhaal. Woordvoerders en politici zijn er om die reden op uit goeie vrienden te worden met belangrijke verslaggevers. Vaak ook worden verslaggevers ingepakt doordat op hen druk wordt uitgeoefend feiten te verzwijgen of in strijd met de waarheid voor te stellen in het belang van de veiligheid of zelfs censuur te accepteren.[6]

Gedeelde ideologie
Nog een belangrijke factor die de onafhankelijkheid van de pers in de weg staat is de gedeelde ideo­logie. Dat gaat veel verder dan de verbondenheid van de (hoofd)redacteur met een bepaalde politieke partij. De ideologische verschillen tussen links en recht in Nederland zijn veel kleiner dan de overeenkomsten.  Aan een Cubaan is het verschil nauwelijks uit te leggen, want er is geen partij in Nederland die zich uitdrukkelijk tegen het kapitalisme keert. De PvdA deed dat nog in het beginselprogramma van 1977, maar wil daar niet meer aan herinnerd worden. De CPN bestaat niet meer, althans is op gegaan in GroenLinks. Noch in het verkiezingsprogramma van GroenLinks, noch in dat de SP kom je het woord ‘kapitalisme’ nog tegen.

Een paar zaken staan in de Nederlandse politiek niet of nauwe­lijks ter discussie:  de vrije markteco­no­mie, de afkeer van het communisme, de  vriendschap met / althans af­hankelijkheid van de VS (wie pleit er nog voor uit treden uit de NAVO?), het vertrouwen in officiële deskundigen, de integriteit van de overheid en het geloof dat iedereen die zijn best doet voldoende kansen heeft in onze maatschap­pij om te slagen en natuurlijk dat er geen land is waar de mensen zoveel redenen hebben trots te zijn op hun land als Nederland. Inmiddels behoort tot deze gedeelde ideo­logie ook de overtuiging dat on­ze normen en waarden superieur zijn, hoewel niemand precies weet wat die precies zijn, en die van moslims niet. De impact van die gedeelde ideologie is dat wat daar niet mee in overstemming is een geringe kans heeft op aandacht in de media en, omgekeerd, media sterk de neiging hebben in hun berichtgeving en commentaren bij die gedeelde ideologie aan te sluiten.

NRC.next, een uitgaven van de NRC, die in Nederland wordt beschouwd als één van de kwaliteits­kranten, maakt van haar steun aan de gedeelde ideologie in het geheel geen geheim. In de statuten staat met zoveel woorden dat zij voorstander is “van een verenigd Europa, van integere transatlan­tische banden en internationale vrijhandel”.

Experts in het legitimeren[7]
Een belangrijke rol bij de vorming en instandhouding van de gedeelde ideologie is weggelegd voor de media, maar ook voor talloze wetenschappers die werkzaam zijn bij de overheid, bij universiteiten en onderzoek- en adviesbureaus en die in feite als belangrijkste taak hebben wetenschappelijk te bewijzen dat het overheidsbeleid juist is. Een schokkend voorbeeld:

Leidse onderzoekers onder leiding van Prof. Joanna van der Leun kwamen in 2014 tot de conclusie dat de Haagse politie niet structureel etnisch profileert. Van der Leun was lid van de adviesraad van de politie Haaglanden. Met de politieleiding besprak Van der Leun: “Afbreukrisico kan zijn dat het de aan­dacht kan vestigen op (mogelijke) discriminatie door de politie. Dit risico is met prof. Van der Leun besproken. Zij begrijpt de onwenselijkheid hiervan en heeft aangegeven dat zij (en xx naam is zwart­gemaakt) dit punt expliciet zal bespreken met de studenten en dat zij hierop zal letten bij de tussen­tijdse besprekingen van de (concept) scripties.[8]

De overheid en het bedrijfsleven zijn vrijwel de enige opdrachtgevers voor beleidsonderzoek en zijn niet geïnteresseerd in resultaten die een al te kritisch licht werpen op het beleid en het gedrag van de overheid en het bedrijfsleven. Het gevolg is dat met het doen van echt onafhankelijk onderzoek geen droog brood valt te verdienen. Wat voor spindocters en woordvoerders geldt, geldt ook voor wetenschappelijke rapporten: journalisten zijn zo erg in de minderheid dat ze niet bij machte zijn om al die rapporten te lezen en daar kritisch over te schrijven, ook al zouden ze het willen. En dus doen de NOS en de (‘kwaliteits’-) kranten niet veel meer dan de persberichten overschrijven die door de opdracht­gevers van het onderzoek zijn opgesteld en verspreid.

Wat voor beleidsonderzoek geldt,  geldt niet minder voor de sociale- en geesteswetenschappen voor zover die zich meer met theorievorming bezighouden. Die spiegelen ons de maatschappij waarin wij leven voor als min of meer natuurlijk en alles wat daarvan afwijkt als problematisch of onderontwikkeld. De geschiedenisboeken waarmee wij allemaal worden grootgebracht laten ons het westen zien als het geciviliseerde deel van de wereld en hebben de bedoeling gevoelens van nationale trots en – saamhorig­heid te bewerkstelligen, wat onmiskenbaar ook de bedoeling is van het NOS en het Sportjournaal.

Om alle bovengenoemde redenen is het zeer de vraag of de pers zoals wij die kennen in het westen inderdaad zo onafhankelijk is als in het westen wordt gedacht en aan landen als lichtend voorbeeld wordt voorgehouden waar de pers in handen is van de staat. Chomsky en Vltchek zijn het er over eens dat zij voor de staatstelevisie van Iran en China heel wat meer ruimte krijgen om kritiek te uiten op de regimes in die landen dan zij krijgen bij de media in Europa en de VS om kritiek te uiten op de buitenlandse politiek van westerse regeringen.

Vrijheid van meningsuiting
Voor een beoordeling van de vraag of er in Cuba niet, maar in het westen wél  vrijheid van menings­uiting bestaat is het belangrijk stil te staan bij wat we eigenlijk moeten verstaan onder vrijheid van meningsuiting.

In veel gevallen is onze vrijheid van meningsuiting niet meer dan een formele vrijheid: je mag zeggen wat je wil, maar de pers, de politiek en de overheid neemt niet de moeite om er ook maar kennis van te nemen. De analogie dringt zich op met de ideeënbus  die lange tijd in veel bedrijven hing. Iedereen kon daar zijn ideeën in kwijt en aan het eind van de week werd die in de prullenbak geleegd. Maar de werknemers hadden tenminste het gevoel dat ze hun zegje konden doen.

De ideeënbus bij de overheid kennen we in Nederland in de vorm van inspraak- en participatieprocedures. Ontwerp besluiten moeten volgens de Algemene wet bestuursrecht ‘ter visie’ gelegd worden. Burgers mogen dan gedurende zes weken zienswijzen kenbaar maken. De praktijk is echter dat die zienswijzen zelden of nooit leiden tot een aanpassing van het besluit. Burgers mogen, nadat het besluit is genomen, ook bezwaar maken. Maar ook daarvoor geldt dat die bezwaren zelden of nooit worden gehonoreerd. De voornaamste functie van inspraak- en participatieprocedures is bij het volk de suggestie te wekken te worden gehoord om, nadat de overheid zich niets van de mening van het volk heeft aangetrokken, het volk voor te houden dat het besluit geaccepteerd moet worden omdat het volk geparticipeerd heeft in de besluitvorming.

De ideeënbus bij de pers kennen we in de vorm van ‘brieven aan de redactie’. Er worden door lezers heel  veel brieven geschreven aan de redactie, zodat de redactie daar een selectie uit moet maken.  Reacties die vallen buiten wat ik heb genoemd de gedeelde ideologie vallen bij die selectie snel af.  Ook hier geldt dus dat het formeel inderdaad mogelijk is om je mening te geven, maar dat dat er niet toe leidt dat die gehoord wordt, laat staan in overweging wordt genomen. Je kunt net zo goed tegen de muur praten.

Burgers die het niet kunnen verdragen dat er niet naar ze geluisterd wordt nemen soms hun toevlucht tot demonstraties. Voor een demonstratie heb je toestemming nodig van de gemeente en die je krijg je vaak niet als je wilt demonstreren in het centrum van de stad waar iedereen je kan zien. De demonstratie verstoort dan namelijk de openbare orde en dat mag niet. Demonstraties die plaatsvinden zonder toestemming hebben vaak hard politie optreden tot gevolg. De wijze waarop Cubaanse autoriteiten optreden tegen de rituele demonstraties van de Damas blancas zijn heilig als je die vergelijkt met de manier waarop de politie in Nederland ingrijpt tegen anti- zwarte piet demonstranten om maar te zwijgen van de manier waar in de VS wordt ingegrepen tegen de demonstraties die zich keren tegen de aanleg van de oliepijpleiding door North Dakota.

Een bijzondere vorm van meningsuiting is het ‘klokkenluiden’: mensen die tot een organisatie horen worden geacht misstanden in de organisatie niet naar buiten te brengen. Doen ze dat wél, dan wordt dat beschouwd als een zeer ernstig vergrijp. Fred Spijkers was maatschappelijk werker bij het leger en kreeg de opdracht aan de vrouw van een bij een explosief ongeluk omgekomen soldaat te gaan vertellen dat het de schuld van de soldaat zelf was. Die zou zich niet aan de instructies hebben gehouden. De waarheid was echter dat de explosieven niet deugden en dat de superieuren ernstig in gebreken waren gebleven. Spijkers weigerde, werd ontslagen en toen hij naar de pers liep werd zijn leven min of meer verwoest. Ad Bos, oud-directeur van Koop Tjuchem, deed een boekje open over de corruptie in de bouwwereld bij overheidsprojecten. Zijn vrijheid van meningsuiting had tot gevolg dat Bos compleet werd geruïneerd.

Kortom, formeel bestaat in het westen het recht op vrije meningsuiting, maar wee degene die daar gebruik van maakt op een manier waarop dat de overheid niet uitkomt.

Politieke rechten
De Cubaanse regering wordt in de westerse pers vrij algemeen als ondemocratisch aangeduid omdat het geen rivaliserende politieke partijen kent. Dat de leden van het hoogste orgaan, de Asamblea National, rechtstreeks gekozen wordt door de bevolking is bij de meeste commentatoren onbe­kend omdat er weinig zijn die de moeite nemen om de Cubaanse Constitución[9]  en de Ley Electo­ral de 1992[10] te raadplegen. Het is makkelijker westerse regeringswoordvoerders na te praten die het ook niet weten. Als beweringen maar vaak genoeg worden herhaald gaan ze vanzelf deel uitmaken van wat ik de gedeelde ideologie heb genoemd. Die westerse gedeelde ideologie is zo krachtig en wordt ook door zoveel door de VS gefinancierde radiostations rond Cuba verspreid, dat er ook Cubanen zijn die geloven dat de democratie zoals die in het westen wordt gepraktiseerd superieur is. En als je dan vertelt dat wij in Nederland ons staatshoofd helemaal niet zelf kunnen kiezen en ook onze pre­mier niet en dat er steeds meer burgers zijn die zich helemaal niet vertegenwoordigd voelen, dan willen ze dat maar nauwelijks geloven.

“Tegen verkiezingen”
Om mijn Cubaanse vrienden uit de droom te helpen vertel ik ze dat de Belgische schrijver David Van Reybrouck een boekje geschreven heeft getiteld “Tegen verkiezingen”, waarin hij ervoor pleit leden van de volksvertegenwoordiging aan te wijzen door middel van loting in plaats van door verkiezin­gen. Loting heeft het voordeel dat iedereen dezelfde kans heeft om gekozen te worden en bij verkie­zingen is dat geenszins het geval. Om gekozen te worden als volksvertegenwoordiger moet er een politieke partij zijn om jou kandidaat te stellen en om door een partij kandidaat gesteld te worden moet je vrienden hebben in die partij, moet je tegenwoordig hoog opgeleid zijn,  welbespraakt en mediageniek, moet je met je ellebogen kunnen werken en geen last hebben van al teveel scrupules. Kortom, ons op verkiezingen geba­seerd systeem waarbij je als kiezer moet kiezen tussen kandida­ten die door politieke partijen zijn ge­selecteerd is een bijzonder elitair systeem waarin het gewone volk geen schijn van kans maakt om zichzelf te vertegenwoordigen en waarvan het bovendien zeer de vraag is of het inderdaad mensen selecteert die geschikt zijn om de belangen van het gewone volk te behartigen en niet alleen die van de intelligentsia, van invloedrijke en financieel krachtige belangengroepen, de ambtelijke bureaucratie of een combinatie daarvan. [11]

De ijzeren wet van de oligarchie
Klassieke sociologen als Vilfredo Pareto, Gaetano Mosca en Roberto Michels wezen er op dat er van echte democratie in wat wij als democratieën beschouwen nauwelijks sprake is omdat wij geregeerd worden door elites die permanent verwikkeld zijn in een strijd om macht en rijkdom. Opkomende of alternatieve elites proberen gevestigde elites te verdringen en doen dat steevast door zich op te werpen als behartigers van het volk dat niet gehoord wordt. Zijn ze eenmaal aan de macht of mogen ze delen in de macht, dan blijkt al gauw dat er geen enkel  verschil is met de oude elite en dat ook de nieuwe elite zichzelf van riante inkomens voorziet en zich weinig gelegen laat liggen aan het volk. Aldus de ijzeren wet van de oligarchie van Roberto Michels die het best geïllustreerd wordt door de fabel “De dierenboerderij” van George Orwell.

Of er van politieke rechten in het westen meer terecht komt dan in het Cubaanse politieke systeem is de vraag. Zoals gezegd wordt de Asamblea Nacional del Poder Popular rechtstreeks gekozen (evenals de Asamblea Municipal en de Asamblea Provincial). Dat gebeurt doordat elk district afgevaardigden kan aanwijzen. Kandidaten waaruit gekozen kan worden, worden geselecteerd door Comisiones de Candidaturas waarin vertegenwoordigers zitten van de Central de Trabajadores, de Comités de Defensa de la Revolución, de Federación de Mujeres Cubanes, de Asociación Nacional de Africultores Pequeños, de Federación Estudiantil Universitaria en de Federación de Estudiantes de la Enseñanza Media. (Articulo 68).

Commentatoren die beweren dat Cuba een dictatuur is zouden toch eerst de moeite moeten nemen om kennis te nemen van de Constitución en de Ley Electoral de 1992 en zich vervolgens moeten afvragen of het op rivaliserende politieke partijen gebaseerde systeem zoals wij dat kennen beter garandeert dat de regering doet wat het volk wil. Getuige het sterk opkomend populisme in westerse ‘democratieën’ denkt alleen de welvarende en hoogopgeleide elite dat dat zo is en overheerst bij het volk de opvatting dat het niets uitmaakt of je door de hond of door de kat gebeten wordt.

Waarom moet Cuba zwart gemaakt worden?
Het antwoord is eenvoudig: het gewone volk in de VS en Europa zou zich kunnen afvragen: waarom hebben wij geen gratis onderwijs en gratis gezondheidszorg? Waarom accepteren wij extreme inkomensverschillen, Cuba laat zien dat het ook anders kan. Waarom accepteren wij dat multinationals bij ons de dienst uitmaken, in Cuba hebben ze niets te vertellen. Waarom heeft iedereen in het arme Cuba een dak boven zijn hoofd en is niemand ondervoed, terwijl er in het rijke westen mensen dakloos zijn en uit de vuilnisbak moeten eten? Als gewone mensen in het rijke westen zich zulke vragen zouden gaan stellen breekt er opstand uit. Om dat te voorkomen en om het volk er van te overtuigen dat ze in de best denkbare maatschappij leven moet Cuba worden afgeschilderd als een dictatuur waar de mensen geen leven hebben. Daar komt bij dat het nietige Cuba het machtigste land ter wereld sinds 1959 voor schut zet door niet naar de pijpen van de VS te dansen.  Nederland behoort tot de landen die de meest vriendschappelijke banden hebben met de VS en ook de media in Nederland zijn trouw  aan de transatlantische vriendschap en het systeem van vrijhandel, behalve dan wat Cuba betreft want de VS wil niet dat wij daar handel mee drijven.

[1] http://www.indexmundi.com/g/g.aspx?v=67&c=us&l=nl

[2] Vanaf 1898, het einde van de Spaanse kolonisatie.

[3] https://www.youtube.com/watch?v=_tf1FA3gqWE

[4] https://www.youtube.com/watch?v=8V93dg7mM7Y

[5] Janneke Monshouwer, Ander Nieuws, wat het Journaal niet uitzond, http://www.andernieuws.eu/

[6] http://media-ombudsman.nl/embedded-journalism-is-een-oneigenlijke-tak-van-journalistiek-door-jan-van-groesen/

[7] Noam Chomsky. Intellectuals and the state, 1977  http://www.ditext.com/chomsky/is.html

[8] http://www.republiekallochtonie.nl/onderzoek-naar-etnisch-profileren-door-haagse-politie-om-diverse-redenen-dubieus

[9] http://www.cuba.cu/gobierno/cuba.htm

[10] http://pdba.georgetown.edu/Electoral/Cuba/cuba.html

[11] Zie ook Thomas Decreus in Een paradijs waait uit de storm. Over markt, democratie en verzet. 2013

Cuba Glasnost : tendentieuze info over Cuba

Cuba, althans het politiek systeem, heeft weinig vrienden in Nederland. Aan die indruk valt moeilijk te ontkomen als je leest hoe de Nederlandse pers reageerde op het overlijden van de grondlegger van dat systeem. NRC, 30-12-2016: “Fidel Castro dictator, staatsman”. NOS 30-11-2016: Op Cuba hebben tienduizenden Cubanen met een grote ceremonie afscheid genomen van de overleden oud-dictator Fidel Castro”.

Als je op internet “vrienden Cuba” intikt kom je voornamelijk op Belgische sites terecht. In zowel Gent, Antwerpen als Brussel tref je vriendenclubs aan. Het Belgische “Initiativa Cuba Socialista” telt 750 leden en organiseert tal van steunacties. Waarom in België wél en in Nederland niet? Ik heb daar maar één verklaring voor: Nederland is de meest volgzame en kritiekloze vriend van de VS. De steun voor de Atlantische vriendschap is ook bij de PvdA altijd onomstreden geweest.

Wat je wél in Nederland hebt is het in 1989 opgerichte “Cuba Glasnost”, maar dat is, zoals de naam ook aangeeft, niet erg vriendelijk over het regime in Cuba. Te oordelen naar de website en de facebook pagina van Cuba Glasnost (169 volgers) vindt oprichter/redacteur Kortenhof dat het hoog tijd is dat er een eind komt aan wat hij beschouwt als een communistische dictatuur. Kortenhof verkondigt al jaren dat dat niet lang meer zal duren.

Ik ben één van 169 volgers van de facebook pagina Cuba Glasnost en geabonneerd op de nieuwsbrief daarvan (CubaTips). Niet omdat ik de mening van Kortenhof deel. Ik probeer te begrijpen waarop het negatieve oordeel is gebaseerd over het Cubaanse socialistische systeem en Cuba Glasnost is een rijke bron van vooral negatieve informatie. Wie in zijn opvatting wil worden bevestigd dat het Cubaanse socialistische systeem verderfelijk is kan bij de wekelijkse nieuwsbrief CubaTips van Cuba Glasnost terecht.

Groot was de verontwaardiging van Kortenhof toen Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren zich op de verkiezingsposter had laten portretteren in Che Guevara outfit. Che Guevara predikte volmondig het geweld, aldus Kortenhof, hoe had Thieme zich zo kunnen afbeelden? Alsof de citaten van Che Guevara nog niet genoeg waren om Thieme te overtuigen stuurde hij een lijst mee met ‘216 gedocumenteerde dodelijke slachtoffers van Che Guevara 1957 – 1959’.
CubaTips 12 februari 2017.pdf
Op 12-2-2017 stuurde ik een mail aan kortenhof met het verzoek mij het document van de 216 dodelijke slachtoffers te sturen plus de vindplaats van de citaten van Che Guevara en Fidel Castro. Daags daarna ontving ik antwoord. Zie ook mail aan kortenhof.

Als Kortenhof aan een brief van Guevara aan zijn vader refereert waarin hij zou hebben geschreven van moorden te houden, dan mag je verwachten dat Kortenhof over een kopie van die brief beschikt. Veel van wat Guevara heeft geschreven is gepubliceerd, ook van zijn brieven. De uitspraak is echter, zo reageerde Kortenhof, opgediept uit een boek van ene Nicalás Marques Marquez: El canalla, la verdadera del Che (Het tuig, de waarheid van Che).

Zo goed als Kortenhof citeert uit een brief die hij kennelijk niet zelf onder ogen heeft gehad, zo goed kan dat ook het geval zijn met Nicolás Marques Marquez. Wikipedia.es schrijft dat deze Marques er van beschuldigd wordt het staatsterrorisme in Argentinië te rechtvaardigen en dat hij bevriend was met dictador argentino Reynaldo Bignone. De titel van zijn boek “Het tuig, de ware geschiedenis van Che” wijst niet op een geschiedschrijving die beoogt objectief te zijn.

De lijst met 216 dodelijke slachtoffers van Che bevat namen van mensen die gedood werden tijdens de gevechten die plaatsvonden tussen 1956-1959 met troepen van Battista én namen van mensen die in 1959, na de machtsovername door Castro, werden terechtgesteld. Volgens de geschiedschrijving zou het gaan om leden van het regime Battista, onder andere van de  geheime dienst die zich op grote schaal aan folteringen hadden schuldig gemaakt. Of je Che Guevara om die reden moet beschuldigen van moordlust hangt er, lijkt mij, erg vanaf hoe je oordeelt over het op grote schaal vermoorden van onschuldige burgers door daartoe door de CIA gerekruteerde en opgeleide doodseskaders onder andere in Zuid- en Midden Amerikaanse landen.

“Revolutionairen moeten koude dodende machines zijn, gemotiveerd door pure haat”, zo citeert Kortenhof Che Guevara. Opnieuw zonder vermelding van vindplaats.
el odio

Het citaat is afkomstig uit het “Bericht aan de organisatie van solidariteit met de volken van Azië, Afrika en Latijns Amerika” april 1967. Guevara beschrijft hoe het ene na het andere land (op dat moment met name Vietnam) door de VS militair worden belaagd en hoe bondgenoten van de VS (waaronder Europese landen als Nederland) en de VN niets doen om de VS daarvan af te houden. Onder die omstandigheden staat landen als Vietnam, dat destijds dagelijks door de VS werd gebombardeerd en met napalm en agent orange (producent Monsanto) werd bestookt, niets anders te doen dan zich met alle geweld te verdedigen, waarbij de haat tegen de vijand en de wil om een effectieve koude moordmachine te zijn belangrijk helpt om de ongelijke strijd vol te houden. Lijkt mij niet dat het citaat kan worden gebruikt om de bijzondere moordlust van Guevara aan te tonen. Niet alleen omdat de training van soldaten er in het algemeen op gericht is van soldaten moordmachines te maken, maar ook en vooral omdat er voor landen die onder de militaire agressie van de VS gebukt gaan niets anders op zit dan zo effectief mogelijk terug te vechten.

Dat Kortenhof niet vermeldt in welke context Guevara revolutionairen (in deze context dus vrijheidsstrijders) oproept zich door haat te laten leiden en effectieve dodende machines te zijn, dat hij niet vermeldt dat de 216 dodelijke slachtoffers van Guevara leden waren van het wrede Battista regime (onder andere folteraars) en dat hij uit brieven van Guevara citeert alsof hij die onder ogen heeft gehad terwijl die citaten afkomstig zijn van een schrijver met sympathie voor het Argentijnse kolonelsregime, wijst erop dat Kortenhof er op uit is de figuur van Che Guevara in een kwaad daglicht te stellen door ‘feiten’ te releveren die geen feiten blijken te zijn. Het is goed om daar bij de berichtgeving door Kortenhof via Cuba Glasnost rekening mee te houden.

 

 

De onzin van anti-Islam fanaten

Theun de Vries beschreef in “Ketters” hoe mensen sinds het begin van het Christendom telkens in opstand kwamen tegen het officiële heersende van bovenaf opgelegde geloof en ook vrijwel altijd vervolgd en uitgeroeid werden.

Ketters, zo is het betoog van De Vries, grepen ook altijd terug op wat Christus volgens hen eigenlijk gezegd en bedoeld had, de Christus figuur die het opnam voor de verdrukten, de armen en de vreemdelingen.

De Vries liet duidelijk zien dat de Christus figuur een ketter variant heeft én een heersers variant. De heersers variant roept op tot gehoorzaamheid aan de keizer en aan de paus, stelt  hemel en een hel in het vooruitzicht voor de gelovigen en de afvalligen en spoort de armen aan om zich voor de rijken uit te sloven.

De ketter variant ziet in Christus juist een bondgenoot van het arme volk in de strijd tegen het gezag, staat aan de kant van de vreemdelingen en de opstandelingen. Ketters wezen en wijzen er altijd op dat Christus zelf een revolutionair was en werd gekruisigd omdat Hij een gevaar was voor de gevestigde orde.

De vervolging van de Joden in Europa tijdens de WO 11 werd uit naam van het Christendom gelegitimeerd, maar ook bestreden. De Paus en de Evangelische Kirche in Duitsland keken de andere kant uit, maar figuren als Bonhoeffer keerden zich er fel tegen en moesten dat met de dood bekopen.

Niet alleen het Christendom heeft een ketter- én een heersers variant, dat geldt voor vrijwel alle godsdiensten. Dat ligt ook voor de hand, want het geloof is een bijzonder effectief middel om mensen te mobiliseren. Als je erin slaagt mensen wijs te maken dat God het zo gewild heeft krijg je ze aan je kant.

De bewering dat het de Islam is die mensen aanzet tot allerlei gewelddadig gedrag en dat de Islam zich in dat opzicht onderscheidt van het Christendom en/of het Jodendom, is volstrekt onzinnig omdat de Islam, net als het Christendom en het Jodendom, allerlei varianten heeft.

Natuurlijk zijn er varianten van de Islam, het Christendom en het Jodendom die oproepen tot expansie en geweld, maar er zijn ook varianten die dat helemaal niet doen en juist oproepen tot verdraagzaamheid, barmhartigheid en liefde voor de vreemdeling.

Wat de anti-Islam fanaten niet (willen) weten is dat geloof slechts een werktuig is. Roept het geloof op tot verheerlijking van het eigen volk en gehoorzaamheid aan autoritaire leiders dan ligt dat niet aan dat geloof maar aan politieke leiders die geloof daarvoor inzetten. En alles wat je dan doet om dat geloof in diskrediet te brengen speelt die politieke leiders in de kaart.

Discussies over de vraag of DE Islam, HET Christendom of HET Jodendom de mensen nu wel of niet aanzetten tot wat dan ook miskennen volledig dat het geloof slechts doet met mensen wat politieke leiders (of opstandelingen) willen dat het geloof met mensen doet.

Wat maakt het uit of je door de hond of door de kat gebeten wordt?

 

Door mijn werk als rechtshulpverlener ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat er weinig verschil is tussen de overheid en een criminele organisatie. Voor het kleinste vergrijp wordt de burger keihard gestraft, maar de overheid kan burgers straffeloos het leven enorm zuur maken, straffeloos de wet overtreden en straffeloos vriendjespolitiek bedrijven. En dat doet de overheid ook en daar valt door de burger weinig tegen te doen.

Als je als burger een klacht indient bij de politie of de officier van justitie dan wordt die doorgaans niet in behandeling genomen. Daar kan je tegen in beroep bij het gerechtshof, maar dat haalt niets uit want 10 tegen 1 beslist het gerechtshof dat de overheid niet vervolgd kan worden voor wat ambtenaren en bestuurders doen in de uitvoering van de overheidstaak. Het gerechtshof zal zeggen: de politiek is er om de overheid te controleren, niet het strafrecht.

Maar als je als burger klaagt bij de gemeenteraad of bij leden van de tweede kamer stuit je op een enorme onverschilligheid. Dat de overheid het leven kapot maakt van meneer of mevrouw X, dat interesseert, is mijn ervaring, het gros van de raadsleden of kamerleden geen moer. Ze zouden het volk moeten vertegenwoordigen, het voor het volk op moeten nemen, maar dat is precies wat ze niet doen. Ze zitten in de politiek ter meerdere glorie van zichzelf en voor de baantjes.

Dat er steeds meer mensen een gruwelijke hekel hebben aan de overheid en aan de politiek daar kan ik dus goed inkomen want dat heb ik ook. En dat steeds meer mensen een diep wantrouwen hebben tegen de NOS, de NRC, de Volkskrant, de Trouw en andere zogenaamde kwaliteitsmedia daar kan ik ook goed inkomen, want die brengen het nieuws zoals de overheid wil dat die gebracht wordt en mensen die daar kritiek op hebben krijgen nauwelijks aandacht.

Dat Wilders, Jan Roos en andere zogenaamde populisten een groeiende aanhang hebben ligt voor de hand en daar hebben de partijen die vanouds de dienst uitmaken het naar gemaakt. Stemmen op Wilders, Jan Roos en andere populisten is een manier om wraak te nemen met name op de PvdA, GroenLinks, D66, CDA en VVD, op arrogante politici die neerkijken op het gewone volk en elkaar mooie baantjes toespelen.

Wat ik echter niet begrijp van mensen die op Wilders, Jan Roos of andere populisten willen stemmen is dat ze niet zien of niet willen zien dat dat net zulke egoïstische baantjesjagers en leugenaars zijn als andere politici en dat het echt niets uitmaakt of je door hond of door de kat gebeten wordt. Dat Wilders e.a. handig inspelen op de afkeer van het volk van de gevestigde politiek is helemaal geen reden om aan te nemen dat zij niet liegen en niet op baantjes uit zijn.

Hoe de macht veroverd wordt door mensen met ambitie die ook bij de regerende elite willen horen is uitvoerig onderzocht door klassieke sociologen als Pareto, Mosca en Michels (de “ijzeren wet van de oligarchie”). Het is altijd hetzelfde patroon. Het begint ermee dat er hevig op de elite gescholden wordt, dat men zich zoveel mogelijk woordvoerder maakt van alles waar het volk zich aan ergert. En het eindigt ermee dat het volk opnieuw en nog veel meer belazerd wordt. Zie hoe het ging met NieuwLinks in de PvdA  (1966-1971) of lees de klassieker “De dierenboerderij” van George Orwell.

Kortom: wie niet door de overheid en de politiek bedrogen wil worden doet er goed aan geen enkele politieke partij en geen enkele politicus te vertrouwen. Ook niet politieke partijen en politici die munt slaan uit de afkeer van de politiek, want die zijn geen haar beter. Opkomen voor jouw belang moet je zelf doen en nooit overlaten aan vrome praters die daar een mooi baantje mee in de wacht proberen te slepen.