Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Sluiting van een jaar voor bingo in koffiehuis tijdens de Ramadan

Vorig jaar 25 mei vond een inval plaats bij Koffiehuis Transwijk door horeca-inspecteurs van VTH (Vergunning, Toezicht en Handhaving), ondersteund door de politie. Er was 14 dagen eerder een zogenaamde anonieme melding binnengekomen dat er bingo werd gespeeld! Bingo wordt in veel buurthuizen, bejaardenhuizen en recreatieoorden gespeeld. Maar als het gespeeld wordt in een café of koffiehuis zonder vergunning, is het illegaal. Het is maar dat je het weet. De meeste mensen weten het niet en de exploitant van het koffiehuis wist het ook niet.

VTH had verwacht een grote criminele zaak te hebben waar veel geld omging, maar dat bleek enorm tegen te vallen. Illegaal gokken kon je het nauwelijks noemen. Er werd in totaal niet meer dan 300 euro aangetroffen en de prijzen waren heel gewoontjes: een cadeaubon van 20 euro, een paar keer gratis naar de kapper, een tosti-apparaat, van die dingen. De bingo werd overigens alleen gespeeld tijdens de Ramadan, zoals dat elk jaar gebeurde.  Daar werd ook geen geheim van gemaakt en VTH bleek daar ook al jaren van op de hoogte. De opbrengst werd overigens gebruikt om iedereen aan de iftarmaaltijd te kunnen laten meedoen.

Voor straf werd de exploitatievergunning van het koffiehuis voor een heel jaar ingetrokken en de exploitant kan beter een andere baan zoeken, want hij is nu niet meer ‘van onbesproken levensgedrag’ en dat is een vereiste om in de horeca te mogen werken. Dat betekent dus een heel jaar huur betalen en geen omzet maken. Zo’n straf betekent al snel faillissement en schuldsanering. En dat omdat er tijdens de Ramadan bingo werd gespeeld. Onze vriendelijke burgemeester Van Zanen blijkt een bijzonder hardvochtig man; hij had ook met een waarschuwing kunnen volstaan.

Als je het proces verbaal leest dat VTH heeft opgesteld van de inval op 25 mei, krijg je de indruk met een doortrapte bende te maken te hebben, die maar al te goed weet bezig te zijn met illegaal gokken. Buiten zouden mensen op de uitkijk hebben gestaan, camera’s buiten zouden er zijn om tijdig toezichthouders te zien aankomen, de inspecteurs zouden eerst niet binnengelaten zijn. De hele beschrijving is er onmiskenbaar op gericht goed uit te laten komen dat de exploitant donders goed wist iets te doen wat door de wet verboden is en dus heimelijk moest plaatsvinden.

Wat echter niet in het proces verbaal en ook niet in het besluit tot intrekking van de vergunning wordt vermeld, is dat de exploitant, toen de inspecteur zijn boekhouding opeiste, een factuur liet zien, met een stempel “geboekt” daarop, waaruit bleek dat hij op 14 april 300 euro huur had betaald voor de huur van het bingo-apparaat en dat die factuur netjes in zijn boekhouding zat. Dat zou hij beslist zwart hebben betaald als hij geweten had dat bingo verboden was. Een overtuigend bewijs dus dat de exploitant zich van geen kwaad bewust was. Die betaalde factuur in zijn boekhouding staat dus haaks op de bevindingen in het ‘ambtsedig’ opgemaakte proces verbaal en dus werd die door VTH, die wel degelijk van het bestaan van de factuur op de hoogte was, in het besluit niet genoemd.

De onschuldige prijsjes worden in het proces verbaal en in het besluit ook niet genoemd. Die pasten duidelijk niet bij wat de inspecteurs en VTH wilden aantonen en werden dus weggelaten. Kortom, een klassiek geval van  wat tunnelvisie pleegt te worden genoemd. VTH wil het in het proces verbaal en in het besluit zo graag doen voorkomen dat hier iets heel crimineels is opgespoord dat feiten die op onschuld wijzen niet worden genoemd. Dat de exploitant een jaar omzet moet missen, wel huur moet betalen en mogelijk financieel aan de grond raakt is voor VTH kennelijk van ondergeschikt belang.

De afdeling VTH, die sinds 2016 wist dat er tijdens de Ramadan bingo werd gespeeld, had de exploitant er ook op kunnen wijzen dat hij veertien dagen van tevoren even een vergunning moest aanvragen. Dan was de bingo legaal geweest. Het beroep tegen het besluit intrekking wordt maandag 9 maart 9.45 uur door de rechtbank Utrecht behandeld.

Reacties zijn gesloten.