Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Niet religie maar discriminatie maakt terroristen

Wie zich een beetje in de theorie van Kruglanski * verdiept zal al snel begrijpen dat er geen betere manier is om extremisme en terrorisme aan te wakkeren dan het voortdurend beschimpen van de religie van een gediscrimineerde bevolkingsgroep. Dat ligt ook eigenlijk zo erg voor de hand, dat je je moet afvragen of het beschimpen van de Islam en het aanwakkeren van afkeer tegen moslims niet eigenlijk de bedoeling heeft extremisme en terrorisme uit te lokken om daardoor het volk bang te maken, wat bepaalde politieke partijen in de kaart speelt en de overheid de mogelijkheid biedt de schuld voor armoede, woningnood, criminaliteit en werkloosheid af te schuiven op de islamitische gemeenschap.

Inleiding
Dat het geloof mensen ertoe brengt terroristische acties te bedenken en uit te voeren is grote onzin. Dat het islamitisch geloof gelovigen tot terroristen maakt is net zo min het geval als dat het christelijk geloof of het joodse geloof dat gedaan zou hebben of nog zou doen.

Wie denkt dat het een bepaald orthodox of fundamentalistisch geloof is dat mensen ertoe brengt terrorist te worden zou er goed aan doen zich meer in de psychologie van het extremisme te verdiepen in plaats van in de teksten en preken van religieuze leiders.

Een expert op het gebied van de psychologie van het extremisme is sinds jaar en dag de Amerikaanse hoogleraar Arie Kruglanski. Volgens hem spelen drie factoren een belangrijke rol:

1. “need for personal significance, the desire to matter in one’s own eyes and those of significant others“.

2. “ideological narrative that justifies violence

3. “social network that validates the ideology and rewards is adherents“.

1. Need for personal significance
In veel gevallen blijken het losers te zijn die zich ontwikkelen tot terrorist. Verwarde geesten, sociale isolatie, geen maatschappelijk perspectief, behorend tot een verachtte bevolkingsgroep / religieuze gemeenschap.

Om twee redenen kunnen deze losers zich ontpoppen als gewelddadig extremist. De eerste is dat zij niets te verliezen hebben. Ze raken hun baan niet kwijt want die hebben en krijgen ze toch niet. Dat pers en publieke opinie negatief en vijandig op hun extremisme reageert doet ze niets, want dat deden ze ook toen zij alleen nog maar losers waren. De tweede is dat zij door iets verschrikkelijks te doen een daad kunnen stellen waarmee zij het gevoel hebben aan zichzelf en aan anderen te laten zien er wel degelijk toe te doen. Een motief waarbij ook een gevoel van wraak meespeelt: ik zal jullie wel eens leren om mij en mijn geloof te beschimpen en mij als oud vuil te behandelen. Nogmaals: belangrijk is de combinatie met het gevoel toch niets te verliezen te hebben.

2. Ideological narrative
Zoals Marx al leerde behoren opvattingen en religies tot de ‘bovenbouw’. Mensen passen hun opvattingen aan aan wat hen in bepaalde omstandigheden het beste uitkomt en aan wat zij denken dat hun sociale omgeving van hen verwacht, Een belangrijke functie van opvattingen en religies is dat zij het gedrag van mensen rechtvaardigen. Dat is waarom Marx van ideologieën spreekt.

Dat opvattingen en religies een belangrijke functie hebben als rechtvaardiging en makkelijk worden aangepast aan wat mensen het beste uitkomt is ook wat sociaal-psychologen als Philip Zimbardo (Stanford Prisoners Effect, het “Lucifereffect”) en Harald Welzers (“Daders”) betogen. Het ligt ook besloten in de theorie van de cognitieve dissonantie.

Volgens Kruglanski zijn het niet religies die mensen tot extremisme aanzetten, maar is het omgekeerde het geval: het hebben van extremistische aanvechtingen maakt dat mensen zich een religie eigen maken die dat rechtvaardigt, wat meestal betekent dat zij een religie voor zichzelf zo uitleggen dat die hun gedrag rechtvaardigt.

Elke religie valt door extremisten uit te leggen als een rechtvaardiging voor geweld. Volgens Jan Jaap de Ruiter (“Statistiek der religies”) leent ook het Oude Testament zich daarvoor, zelfs veel meer dan de Koran.

3. Social network
De functie van het sociale network voor extremisten is volgens Kruglanski tweeërlei. De eerste is dat de informatie op basis waarvan extremisten hun wereldbeeld vormen sterk bepaald wordt door het social network waartoe zij (willen) behoren. Hetzelfde zie je bij mensen die hun afkeer van de Islam en van vreemdelingen koesteren: die worden op facebook vrienden en lezen alleen nog maar wat andere islamofoben en vreemdelingenhaters posten.

De tweede functie van het social network is dat zij de extremist, in het bijzonder de “lone-actor” geven wat de maatschappij hen onthoudt: het gevoel erbij te horen en gerespecteerd te worden. En daar hebben mensen veel voor.

Het social network waar iemand met “extreme” ideeën en plannen zich toe voelt aangetrokken kan natuurlijk ook omvatten bevolkingsgroepen en zelfs volken waarmee hij lotsverbondenheid ervaart, die voor zijn gevoel in hetzelfde verdomhoekje zitten.

Conclusie
Wie zich een beetje in de theorie van Kruglanski verdiept zal al snel begrijpen dat er geen betere manier is om extremisme en terrorisme aan te wakkeren dan het voortdurend beschimpen van de religie van een gediscrimineerde bevolkingsgroep. Dat ligt ook eigenlijk zo erg voor de hand, dat je je moet afvragen of het beschimpen van de Islam en het aanwakkeren van afkeer tegen moslims niet eigenlijk de bedoeling heeft extremisme en terrorisme uit te lokken om daardoor het volk bang te maken,  wat bepaalde politieke partijen in de kaart speelt en de overheid de mogelijkheid biedt de schuld voor armoede, woningnood, criminaliteit en werkloosheid af te schuiven op de islamitische gemeenschap.

* https://www.radicalisationresearch.org/debate/kruglanski-2016-psychology/

Reacties zijn gesloten.