Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Over de witte onschuld van burgemeester Van Zanen


Het verwijt dat Van Zanen met twee maten meet door de openingstijden voor de allochtone horeca op de Amsterdamsestraatweg collectief te beperken en die van de autochtone horeca in de binnenstad niet (waar bewoners steen en been klagen over horeca-overlast) kwalificeerde hij als “stuitend”. Het verwijt had hem “zeer geraakt” en hij “werpt dat verre van zich”[1]. Over de horeca in de binnenstad wordt echter ruim 500 keer per jaar geklaagd. Het aantal klachten over de horeca op de Amsterdamsestraatweg was, toen hij de maatregel nam, onbekend. Van Zanen nam eenvoudig aan dat alle klachten (overlast of niet) horeca-gerelateerd waren. Naderhand bleek uit een klachtenanalyse door de politie dat er nauwelijks over de horeca was en werd geklaagd. Logisch, want bij döner- en kebabzaken wordt geen alcohol verstrekt. In de binnenstad volop, en alcohol is verreweg de belangrijkste oorzaak van overlast en agressie.

De enige klagers over horeca-overlast op de Amsterdamsestraatweg waren 2 à 3 bewoners die samen de Actiegroep 250 meter ASW vormden. De suggestie dat hun klagen over horeca-overlast op de Amsterdamsestraatweg misschien zijn oorsprong vindt in de spanning tussen allochtone nieuwkomers en autochtone gevestigden, een fenomeen dat sinds de 60-er jaren uitgebreid is beschreven in de sociologische literatuur, werd door Van Zanen afgedaan als een “insinuatie”, die hij als “zeer kwalijk” kwalificeerde [2]. Was het Trump die vond dat de sociologie verboden moet worden?

Dat de stoep op de hoek van de Amsterdamsestraatweg en de Anjelierstraat (alleen de stoep waar de woordvoerder woont van de Actiegroep 250 meter ASW) van 2013 tot medio 2016 als openbaar toilet werd gebruikt, is voor Van Zanen, zonder dat hij daar enige concrete aanwijzing voor heeft, het bewijs van de overlast waar “de” bewoners van de Amsterdamsestraatweg al jaren aan blootstaan als gevolg van de onbeperkte openingstijden van de döner- en kebabzaken aan de overkant, die over keurige toiletten beschikken. Met andere woorden, volgens Van Zanen hebben de overwegend allochtone bezoekers van de allochtone horeca dat gedaan. Volkomen vanzelfsprekend voor Van Zanen. Daar heeft hij geen concrete aanwijzingen, laat staan bewijzen, voor nodig.

De Evaluatienota Sluitingstijden Amsterdamsestraatweg over de crimineel Taghi: “Een ogenschijnlijke “modelburger” als ondernemer actief op de Amsterdamsestraatweg blijkt een topcrimineel te zijn, zo blijkt uit krantenberichten.” En dan: Taghi runde een grillroom aan de Amsterdamsestraatweg [3]. Hoe Van Zanen en zijn medewerkers van VTH tegen de Turkse en Marokkaanse horeca-exploitanten aankijken, is overduidelijk.

Een Turks koffiehuis waar tijdens de Ramadan bingo werd gespeeld om de Iftar-maaltijd samen te betalen, wordt door Van Zanen voor een jaar gesloten. Tegen zeven autochtone café’s waar bingo werd gespeeld, deed hij niets en weigert hij ook alsnog iets te doen.

De Nationale Ombudsman vermoedt dat het etnisch profileren bij de Belastingdienst het topje van de ijsberg is. “Als het bij de Belastingdienst gebeurt, gebeurt het dan ook bij de SVB, UWV en gemeenten?” Nou, niet volgens Van Zanen. Bij de gemeente Utrecht wordt geen onderscheid gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Weet hij zeker.

De theatrale verontwaardiging waarmee Van Zanen de suggestie van vooringenomenheid jegens allochtonen “verre van zich werpt” is door Gloria Wekker uitvoerig beschreven in haar boek Witte Onschuld.[4] Volgens Van Zanen waarschijnlijk ook een zeer kwalijk boek. Haar stelling is dat witte mensen, omdat zij in een witte omgeving zijn grootgebracht, een “cultureel archief” tussen hun oren hebben zitten, een archief dat is opgebouwd gedurende eeuwen koloniale suprematie. De reacties op haar boek uit de hoek van de Telegraaf en de Dagelijkse Standaard waren gelijk aan die van Van Zanen: gekwetste, totale ontkenning.

Dat autoriteiten als Van Zanen zo verontwaardigd in de ontkenning schieten, is juist een teken dat de kritiek doel treft. Immers, witte mensen die de moeite hebben gedaan erover na te denken, er wél iets over hebben gelezen (om te beginnen bijvoorbeeld Alledaags racisme van Philomena Essed, 1984), herkennen bij zichzelf de vooroordelen waarmee ze in hun witte omgeving zijn grootgebracht en grijpen kritiek aan om hun manier van denken te corrigeren. De witte man of vrouw die boos en gekwetst beweert vrij te zijn van racistische vooroordelen weigert daar zelfs maar over na te denken.

[1]verweerschrift 15 mei 2018 bij de RvS hoger beroep besluit collectieve sluitingstijden horeca asw.

[2] besluit op bezwaar p.15 en 16 30 september 2019 met een verwijzing naar het fotoboek met 150 foto’s alleen van de stoep ASW 195.

[3] Evaluatie sluitingstijden ASW p. 7 Amsterdamsestraatweg 19 maart 2020 p.7

[4] Voor een bespreking en samenvatting zie : https://www.keesvanoosten.nl/witte-onschuld-racisme-en-kapitalisme/

Reacties zijn gesloten.