Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

De bomen van het Thorbeckeplantsoen

Groen Leefbaar Ondiep had bezwaar gemaakt tegen de kapvergunning van 23 juli 2008 voor het kappen van een paar grote bomen op de hoek van de Marnixlaan en de Van den Hamkade. En tegelijk aan de rechtbank gevraagd om het kappen te verbieden zolang er niet op het bezwaar was beslist. Ze kregen gelijk van de rechtbank. Ook de rechter vond dat de gemeente eerst het besluit op bezwaar moest nemen.

Het bezwaar werd vervolgens door de gemeente ongegrond verklaard. Dat is op zich niet verrassend, want in Utrecht worden vrijwel alle bezwaren ongegrond verklaard. Daar namen de bewoners echter geen genoegen mee. Ze stelden beroep in. Bij de rechtbank voerde de dienstdoende jurist van Juridische Zaken onverwacht aan dat de bewoners niet-ontvankelijk waren, d.w.z. niet als belanghebbend konden worden aangemerkt en dus geen bezwaar en beroep konden instellen.

Zo gaat dat dus. Eerst vraag je als gemeente aan bewoners om mee te denken over de herinrichting van het Thorbeckeplantsoen. Daar stoppen die mensen heel veel tijd in, ze richten een werkgroep op en gaan zich verdiepen in de Bomenvisie en andere gemeentelijke stukken. Maar als ze bezwaar maken en hangende de bezwaarprocedure gelijk krijgen van de rechtbank, dan dreigt inspraak effectief te worden en dat is de bedoeling natuurlijk niet. Vandaar dat de gemeentelijk juriste, in opdracht van de verantwoordelijke wethouder Giesberts (GroenLinks), bij de rechtbank uit een heel ander vaatje begon te tappen.

Waarom vond de gemeente Groen Leefbaar Ondiep opeens niet-belanghebbend? Omdat de bewoners verder dan 200 meter van de betreffende bomen wonen. Er werd een kaart bij gehaald. En ja hoor, 234 meter. Terwijl ze die grote bomen vanuit hun woning heel goed kunnen zien en terwijl die grote bomen volgens de Bomenvisie zelfs structuurbepalend, beeldbepalend en ecologisch van belang zijn. Dus waar slaat die 200 meter op? De gemeente had een uitspraak gevonden van de rechtbank in Amsterdam waarbij bewoners niet-ontvankelijk waren verklaard omdat ze verder woonden dan 200 meter, en daarmee hadden ze de rechter, Bart-Jan Ettekoven, aan een formeel argument geholpen om de burgers in het ongelijk te stellen.

Wat voor wijze lessen vallen hier nu uit te trekken? De eerste les is dat inspraak alleen bedoeld is als glijmiddel. De tweede les is dat bewoners als belanghebbend worden beschouwd zolang ze niet moeilijk beginnen te doen en dat de juridische spelregels snel worden aangepast als de bewoners op winnen staan. En de derde les is dat het kennelijk niets uitmaakt dat de verantwoordelijke wethouder van GroenLinks is. Sterker nog, het was Robert Giesberts, die kort na zijn aantreden voorstelde om de kapvergunning maar af te schaffen, zodat er vrijelijk gekapt kon worden in Utrecht.

Reacties zijn gesloten.