Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Fascisme in streepjespak

Een samenvatting van het gelijknamige hoofdstuk uit Dirty Truths (1996) van Michael Parenti. 

De smerige waarheid is dat veel mensen denken dat het fascisme wel meevalt, dat het niet iets is om je echt ongerust te maken. Desgevraagd lieten business mensen die het Iran onder de Sjah hebben meegemaakt zich er zelfs lovend over uit: “het was prima”. Goedkope arbeidskrachten, hoge winsten. Zeker is echter dat het fascisme lang niet voor iedereen prima is.

Voor Duitsers die geen jood waren en niet arm of werkloos, niet actief links of openlijk anti-nazi, viel het leven tussen 1933 en het uitbreken van de oorlog ook best mee. Als je maar je belasting betaalde, je aan de wet hield, je zoon afstond voor het leger, je verre hield van opvattingen die in strijd waren met de heersende opvattingen en de andere kant uitkeek als vakbonden werden geëlimineerd en kritische mensen verdwenen.

De omstandigheden in het huidige Amerika zijn niet veel anders dan die van het Duitsland tussen 1933 en de oorlog. Veel middenklasse Amerikanen hebben daar geen probleem mee en zouden het ook best uithouden in een fascistische staat.

Door mensen die de dreiging van fascisme in Amerika ontkennen wordt wel beweerd dat ze meer vrijheid hebben dan ooit. Of je het daar mee eens bent hangt er vanaf of je tot de klasse hoort die het goed heeft en zich alleen met de politiek bemoeit als er een verkiezing is. Behoor je echter tot de lastige critici dan word je in de gaten gehouden, lastig gevallen en geïntimideerd. *

De FBI en de lokale politie houden organisaties in de gaten die ijveren voor sociale rechtvaardigheid, milieu, vrede en ontwapening, breken daar in om documenten te stelen, zitten die organisaties dwars en behandelen ze als terroristen.

De snelst groeiende markt gedurende de laatste tientallen jaren was de markt voor pistolen, wapenstokken, kogelvrijevesten e.d. en de snelst groeiende bedrijfstak was die geweest van politie en gevangenissen. In 1995 gaf de staat Californië meer uit aan gevangenissen dan aan onderwijs.

Dat er steeds meer politie bij is gekomen wil niet zeggen dat misdaad meer wordt bestreden. Er wordt weinig gedaan tegen grote drugshandelaren, gangsters, ondernemers van ateliers waar mensen als slaven worden behandeld, corrupte politici, mannen die hun vrouwen mishandelen, misbruikers van kinderen, aanranders en verkrachters, overvallers, haatzaaiers.

Wat de politie wél doet is voornamelijk sociale controle: greep houden op lieden die mogelijk problemen kunnen maken voor de groep die aan de macht is.

Sociale controle en handhaving vindt plaats op drie manieren. Ten eerste op straat­niveau, uitgevoerd door een teveel aan politie, die hun politiepenning en vuurwapens gebruiken om hun racistische vijandigheid en afwijkingen af te reageren. De meeste gevallen van onrechtmatig politiegeweld worden zonder straf afgedaan, als ze al voor de rechter worden gebracht.

In de tweede plaats de nationale en internationale narcoticahandel, waarbij de politie samen met federale instellingen als de CIA een actieve rol speelt als distributeur, zoals aangetoond door drie verschillende commissies van het congres en onder ede afgelegde verklaringen van piloten die drugs en wapens voor de CIA vervoerden. Racistische politie en drugshandelaren krijgen groen licht van hogerhand om samen te werken en federale autoriteiten bedienen zich ervan.

In de derde plaats is er sprake van gecoördineerde systematische inzet door autoriteiten van hoog tot laag om protest organisaties te ondermijnen omdat de gevestigde macht er op uit is organisaties die door collectieve actie radicale veranderingen willen bereiken onschadelijk te maken door ze te demoraliseren  en onder invloed van drugs te brengen (wat dan weer een argument is om mensen vast te zetten).

Leden van uiteenlopende afroamerikaanse- en latino groepen, zoals de Young Lords, Black Panthers, Brown Berets, Black Men Against Crackt kunnen getuigen dat zij minder problemen hadden met de politie zolang zij betrokken waren bij misdaad dan toen zij politieke actie gingen voeren tegen drugs, tegen uitbuiting en het gewelddadige optreden van de politie.

Bij het optreden tegen de Black Panthers door lokale en federale autoriteiten werden hun kantoren aangevallen en vernield, hun geld in beslag genomen en de aanwezigen gevangen genomen of doodgeschoten. Honderden Black Panthers werden vastgezet op basis van inventieve aanklachten. Verschillende daarvan zitten nog steeds (1996) vast.

Het lijkt erop dat de meerderheid van blanke middenklassers de fascistische trekken van de Amerikaanse maatschappij niet onderkent. Niet alleen omdat zij niet in de buurten en klasse zitten waar zich dat fascisme doet voelen, maar ook omdat de gevestigde politieke cultuur voor hen vanzelfsprekend en legitiem is.

Bij het vergelijken van de Amerikaanse maatschappij met de maatschappij van anderen meten ze met twee maten. Totalitaire praktijken, misbruik van geweld door de politie bijvoorbeeld, die zich in de VS voordoen worden beschouwd als geïsoleerde incidenten, maar gaat het om andere landen dan beschouwen zij die als bewijs van de totalitaire aard van de daar heersende regimes.

De invasie van Polen door de nazi’s wordt algemeen beschouwd als fascistisch, de Amerikaanse invasie in Vietnam wordt echter beschouwd als dwaasheid of hoogstens als een immorele uitoefening van macht. De indoctrinatie van kinderen in Duitsland met behulp van nationalistische mythe’s en rituelen wordt gezien als een kenmerk van fascisme. Terwijl Amerikaanse kinderen met vrijwel diezelfde mythe’s en rituelen te maken krijgen  heet het geen fascistische indoctrinatie maar opvoeding tot burgerschap.

Veel tradities en conventies in andere naties die door Amerikaanse middenklas­sers geassocieerd worden met totalitarisme worden, wanneer daarvan in de VS sprake is, niet met totalitarisme geassocieerd om de reden dat men er aan gewend is en omdat het dichtbij huis is.

De heersende politiek wordt beschouwd als gematigd, het midden houdende tussen extreem rechts en extreem links. Echter, een blik op de geschiedenis laat zien dat wat beschouwd wordt als het politieke midden (het centrum) altijd geneigd is gemene zaak te maken met rechts en zich tegen links te keren.

Het samengaan van het politieke midden en rechts is begrijpelijk. Ondanks de verschillen delen zij een gemeenschappelijke doel, namelijk de maatschappij in stand te houden zoals die is. Hervormingen, dat wel, maar geen totaal andere orde.

Praten over ‘centrum’, ‘rechts’ en ‘links’ wekt de suggestie dat je het politieke spectrum langs een lineaal kunt leggen en dat ‘rechts’ en ‘links’ wél maar het ‘centrum’ niet extreem kan zijn. Het ‘extreme centrum’ lijkt een contradictie. Door te denken en te doen alsof het politieke centrum het midden houdt tussen links en rechts, maak je de betekenis van ‘links’, ‘rechts’, ‘centrum’ los van waar deze politieke oriëntaties inhoudelijk voor staan. ‘Centrum’ wordt dat waar iedereen zich min of meer in moet kunnen vinden.

Stel dat ‘links’ staat voor een schoon milieu, produceren wat nodig is, zorgen dat de kinderen van de kinderen van onze kinderen in een leefbare wereld terecht komen, basale voorzieningen gratis en voor iedereen, een huis, werk en een fatsoenlijk inkomen voor iedereen, gelijke kansen in het onderwijs en voor de rechter, geen oorlogsgeweld en geen industrie die daarvan profiteert. Je zou zeggen: dat is toch alles behalve extreem? Extreem kan je dit alleen maar vinden als je de huidige maatschappij waarin een kleine groep rijken zich verrijkt ten koste van een grote meerderheid armen tot norm verheft. Vanuit die optiek is het politieke midden, dat immers alles min of meer bij het bestaande laten wil, extreem.

Om in te zien dat het Amerikaanse politieke centrum wel degelijk (bijzonder) extreem is is het goed te bedenken dat Vietnam niet werd platgebombardeerd door lieden die voor rechtsextremist worden gehouden (bijvoorbeeld de Ame­rikaanse Nazipartij en de Klu Klux Clan), maar door de regering van de VS die daarbij gesteund werd door het brede politieke midden.

De republikeinse partij laat zien hoe een politieke hoofdstroom afglijdt naar het fascisme. Het programma van de Republikeinen verschilt nau­welijks van dat Hitler en Mussolini: weg met de vakbonden, salarissen omlaag, het mediamonopolie van rechts, afschaffen van belasting voor de grootste onderneming en de rijken, afschaffen van regelgeving voor de veiligheid van werkers, consumenten en het milieu, plunderen van publieke bezittingen, privatiseren publieke diensten, elimineren van sociale zekerheid en het wegvagen van iedereen die zich tegen deze maatregelen opstelt.

Wat betreft het laatste punt, één van de belangrijkste tactieken van het fascisme is het afleiden van legitieme klachten van de bevolking in de richting van zonde­bokken: joden, communisten, zigeuners, vakbonden, zodat de ei­genlijke boos­doeners buiten schot blijven: het leger en het grote bedrijfsleven. De bevolking die klaagt over economische achteruitgang wordt opgehitst tegen afroamerika­nen, latino’s, joden, armen, immigranten, homo’s, feministen, verdedigers van abortus, atheïsten, media die kritiek uiten op het regime, de Verenigde Naties en het vijandige buitenland.

Terwijl Amerikaanse leiders  en de media, die in handen zijn van grote bedrijven, gewoonlijk geen aandacht schenken aan legitieme klachten van sociaal gedepri­veerde groepen, lijken ze heimelijk sympathie te hebben voor de Ku Klux Clan, verontruste nazi’s en militairen, vrijwel allemaal rechts, racistisch en gewapend tot de tanden. Ze vinden het tenminste niet nodig om daar hard tegen op te treden. De mensen die zich op laten hitsen vragen zich  niet af of het echt de illegale immigranten zijn die verantwoordelijk zijn voor de enorme staatsschuld, de hoge belastingen, de inflatie en de misdaad, de werkloosheid en de verwoesting van het milieu.

Net als toen het fascisme opkwam in Italië en Duitsland, toonde het politieke centrum zich tolerant en meegaand naar de ultrarechtsen toe terwijl die zich schuldig maakten aan intimidatie en onderdrukking van links. Veel van hen die de antidemocra­ti­sche maatregelen tegen dissidenten steunen hebben geen oog hebben voor het dreigende fascisme in de VS. Het fascistisch gevaar komt niet van een handjevol skinheads of militairen, maar van diverse veiligheidsdiensten die er op uit zijn ons onze rechten te ontnemen onder het motto van een beter Amerika. En van politici en kiezers van het politieke midden die zich door rechts en ultra-rechts op sleeptouw laten nemen.

  • Werd Roel van Duijn niet jarenlang door de BVD bespioneerd?

Reacties zijn gesloten.