Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Institutioneel racisme bij de gemeente Utrecht

Zie pdf Ramadanbingo in Turks koffiehuis

Volgens Mark Rutte is er in Nederland sprake van “systemische” racisme. Wat hij daar mee bedoelt is dat racisme in mindere of meerdere mate in onze hele samenleving voorkomt. Dat hij dat beweert is begrijpelijk, want dat zou een excuus kunnen zijn voor het racisme dat je bij de overheid aantreft. Immers, als het in de hele samenleving voorkomt zou het raar zijn als het niet ook bij de overheid voorkomt.

Rutte spreekt om dezelfde reden liever niet over “institutioneel” racisme, want dat is het racisme dat juist bij instituten van de overheid voorkomt en zoveel mogelijk wordt verborgen, terwijl dat juist het meest ernstige probleem is. De overheid heeft een enorme invloed op de publieke opinie en als de overheid er racistische praktijken op na houdt gaan minder kritisch ingestelde mensen denken dat dat geoorloofd is.

Om het in sociologische woorden te zeggen, racisme is “dalend cultuurgoed”. Het is het sterkst aanwezig bij de overheid en de politieke elite en vandaar daalt het af en wordt het overgedragen op het brede publiek. Het is dus precies het omgekeerde als wat politici, burgemeester en regeerders graag denken, namelijk dat zij, verlichte intellectuelen, vrij zijn van racisme en dat racisme iets is van het weinig opgeleide volk.

Volgens de Nationale Ombudsman is er geen reden om aan te nemen dat etnische profilering, wat gewoon op racisme neerkomt, zich enkel en alleen bij de Belastingdienst voordoet en niet bij overheidsinstellingen als de UWV, de politie en gemeentebesturen. Daar zijn vier met elkaar samenhangende verklaringen voor.

1. Ambtelijke diensten hebben een enorme macht doordat er ontzettend veel wetten en verordeningen zijn waarmee ze tegen burgers kunnen handhaven. Het is nauwelijks mogelijk zo te leven dat je niet in overtreding bent. En dat betekent dat ambtelijke diensten altijd wel een juridische stok kunnen vinden om een hond te slaan. En helaas zijn er ook onder ambtenaren ego’s die genieten van de macht en het daar ver mee schoppen.

2. De hond die geslagen wordt is doorgaans wat in ambtelijke kringen beschouwd wordt als tweederangs burger. Die kunnen zich namelijk minder makkelijk verweren en hebben meestal het geld niet voor een advocaat. En dus zijn ze een makkelijk doelwit. De politie houdt bij voorkeur gekleurde mensen aan en bij de Belastingdienst ben je al verdacht als je een buitenlandse naam hebt.

3. Ambtelijke diensten worden niet of nauwelijks gecontroleerd. Ministers, wethouders, burgemeesters en gemeenteraden hebben er zo goed als niets over te vertellen al doen ze graag alsof. In de praktijk dansen ze naar de pijpen van hogere- en leidinggevende ambtenaren en die praten alles goed wat hun ondergeschikten doen, want daar zijn zij verantwoordelijk voor.

4. Onder hoge- en leidinggevende ambtenaren tref je nauwelijks medewerkers aan met een migratie-achtergrond. In Utrecht heeft ruim 30% van de bevolking een migratie-achtergrond, in schaal 10 en hoger bij de gemeente komen die echter nauwelijks voor. Het college vindt dat zo onbelangrijk dat dat niets eens wordt bijgehouden. Blanke hoogopgeleiden maken de dienst uit en willen dat graag zo houden.

De Belastingdienst kon jaren zijn gang gaan doordat ministers niet in staat waren in te grijpen en de Raad van State vrijwel alle verschrikkelijke beslissingen van Belastingdienst goedkeurde. Zoals de Ombudsman terecht stelt is er geen reden om aan te nemen dat wat bij de Belastingdienst is gebeurd niet bij gemeente gebeurt en dus ook bij de gemeente Utrecht gebeurt.

In Utrecht is het zo dat als je een klacht indient bij burgemeester Dijksma over discriminerend en niet-integer gedrag van ambtenaren van de dienst Handhaving, dat de dienst Handhaving die klacht zelf mag behandelen. Zoals een klacht over de politie door de politie zelf wordt behandeld. De burgemeester weet liever nergens van. En dus is er van een serieuze klachtbehandeling geen sprake.

Alleen wanneer de gemeenteraad in actie komt en eist dat er ingrijpende maatregelen worden genomen bij diensten en afdelingen waar sprake is van institutioneel racisme is er een kans dat er wat gaat veranderen. Om iets te begrijpen van de racistische praktijken die in de ambtelijke dienst plaatsvinden is het nodig concrete gevallen te analyseren en in dossiers te duiken. Dat kost tijd, maar dat is niet anders.

De gemeenteraad moet die concrete gevallen zelf onderzoeken en dat niet overlaten aan adviesbureaus die door het college of de burgemeester (lees de ambtelijke dienst) worden ingehuurd, want die adviesbureaus worden betaald om met adviezen te komen die niets veranderen. De gemeenteraad zou kunnen beginnen met  Ramadanbingo in Turks koffiehuis (2)

Reacties zijn gesloten.