Vandaag was de zitting bij de bestuursrechter over de weigering van Dijksma om schade te vergoeden aan de eigenaar van het Turkse koffiehuis. Waar ging het om? We zetten de zaak op een rijtje.
Op 13 juni 2019 nam Van Zanen een besluit dat uit twee onderdelen bestond:
1. Intrekken horecavergunning: aan de eigenaar werd zijn horecavergunning afgenomen wegens slecht levensgedrag. Bij controle zou zijn gebleken dat er “sprake was van spelen van een spel om geld, te weten illegaal gokken middels een illegale bingo”. Het gevolg van de intrekking was dat hij 5 jaar lang niet voor een nieuwe horecavergunning in aanmerking zou komen.
2. Pandsluiting gedurende een jaar: het pand aan de Van Bijnkershoeklaan 395 mocht een jaar niet gebruikt worden voor horeca. In het besluit staat: “de loop naar dit adres voor illegale activiteiten moet eruit gehaald worden”.
Tegen het besluit van 13 juni 2019 ( het zogeheten “primaire” besluit) werd bezwaar gemaakt. Op 14 januari 2020 werd het “besluit op bezwaar” genomen, waarbij het bezwaar ongegrond werd verklaard. Daar werd beroep tegen ingesteld.
De rechtbank die het beroep behandelde besloot op 23 maart 2020 dat de pandsluiting gedurende een jaar overdreven was, want er pleegde alleen tijdens de Ramadan bingo te worden gespeeld. De rechtbank vernietigde daarom het besluit op bezwaar voor zover dat de pandsluiting gedurende een jaar inhield. De gemeente legde zich bij die uitspraak neer, er werd door de gemeente geen beroep tegen ingesteld bij de Raad van State.
Nadat de gemeente na 6 weken geen (hoger) beroep had ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, deed ik voor de eigenaar een verzoek bij de gemeente om schadevergoeding: tussen 13 juni 2019 en de datum van de rechtbank uitspraak (23 maart 2020) had hij namelijk wel huur (elektra, verzekering e.d.) voor het pand betaald, maar had hij het pand niet door een ander kunnen laten exploiteren. Dat zijn horecavergunning was ingetrokken betekende immers niet dat een ander (die wel een horecavergunning had of kon krijgen) de exploitatie niet tijdelijk kon voortzetten en dan de kosten voor het pand voor zijn rekening kon nemen. Doordat de eigenaar kosten voor het pand had gemaakt zonder dat daar omzet tegenover stond, was zijn schade tot datum uitspraak rechtbank ruim 17.000 euro.
De eigenaar hoopte dat hij in hoger beroep alsnog gelijk zou krijgen, dat ook de intrekking van de horecavergunning onrechtmatig was. Dan zou hij de exploitatie weer zelf kunnen doen. Die hoop was terecht, want de Raad van State besliste inderdaad dat ook het intrekken van de horecavergunning een verkeerde beslissing was. Op 20 december 2023 herriep de RvS zowel het besluit op bezwaar als het primaire besluit van 13 juni 2019. De gedupeerde eigenaar werd dus volledig in het gelijk gesteld en de burgemeester en haar ambtenaren werden volledig in het ongelijk gesteld.
Dat schadeverzoek ivm de onrechtmatige pandsluiting werd ingediend op 25 augustus 2020 en afgewezen op 2 november 2020. Tegen die afwijzing heb ik bezwaar gemaakt en dat bezwaar is doorgestuurd naar de Raad van State. Dat bezwaar is op 2 februari 2024 doorgestuurd naar de rechtbank in Utrecht om de eigenaar de mogelijkheid te geven eerst de rechtbank ernaar te laten kijken en, indien nodig, weer hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.
De rechtbank plande een zitting voor 14 november 2024. Die ging niet door omdat de advocaat van de gemeente (AKD) niet kon. Er werd een nieuwe zitting gepland voor 16 mei 2025. Behandeld zou worden het beroep/bezwaar tegen de weigering schade te vergoeden ivm de onrechtmatige pandsluiting gedurende een jaar (waarvoor het verzoek dus gedaan was 4 jaar eerder, namelijk op 25 augustus 2020). De eigenaar had natuurlijk nog veel meer schade (ivm de onrechtmatige intrekking van zijn vergunning), maar hij besloot de schade ivm de onrechtmatige intrekking van de vergunning in een aparte procedure aanhangig te maken.*
Waar ging de zitting vandaag over? AKD voerde namens de burgemeester aan dat er helemaal geen schade betaald hoefde te worden voor de pandsluiting gedurende een jaar, omdat de rechter op 23 maart 2020 alleen het besluit op bezwaar ter zake van de pandsluiting had vernietigd en niet ook het primaire besluit ter zake van de pandsluiting van 13 juni 2019. Kortom, een heel formalistisch argument, dat bovendien onjuist was. Dat de Raad van State inmiddels (op 20 december 2023) zowel het besluit op bezwaar als het expliciet in de uitspraak genoemde primaire besluit van 13 juni 2019 vernietigd had, daar zat burgemeester Dijksma kennelijk niet mee.
Eén van de drie rechters voerde tegen het formalistische argument van de burgemeester aan dat het toch ook logisch was dat als intrekking van de horecavergunning door de Raad van State onrechtmatig wordt bevonden dat dan bijgevolg ook de op de horecavergunning intrekking gebaseerde pandsluiting onrechtmatig is. Dat zag AKD namens de burgemeester niet in.
Na anderhalf uur discussie over de vraag of behalve het besluit op bezwaar ook het primaire besluit vernietigd/herroepen was (wat de burgemeester dus ontkent en waarop haar weigering van het schadeverzoek gebaseerd was en is) besloot de rechtbank de zitting te sluiten en eerst een tussenuitspraak te doen. Eén ding is duidelijk: de burgemeester haalt alles uit de kast om geen cent schade te vergoeden.
Overigens: volgens de burgemeester tijdens de commissievergadering Veiligheid, Bestuur en Financiën van 17 april 2025 zou er sprake zijn van gesprekken tussen de gemeente en de eigenaar om er minnelijk uit te komen. Het eerste gesprek vond pas plaats op 22 april 2025 (het schadeverzoek dateert dus van 25 augustus 2020) en het tweede gesprek vond plaats op 8 mei. Omdat ook het gesprek op 8 mei niets opleverde vroeg ik de rechtbank de zitting van 16 mei uit te stellen zodat alsnog geprobeerd kon worden er minnelijk uit te komen. De burgemeester liet de rechtbank daarop weten de zitting van 16 mei niet uit te willen stellen. Of de burgemeester er dmv overleg uit wil komen, daar lijkt het dus helemaal niet op.
Wordt vervolgd
* de bestuursrechter kan hoogstens 25.000 euro toewijzen. Is de geclaimde meer, dan moet je naar de civiele rechter.
De schade ivm de onrechtmatige intrekking van het horecavergunning (waardoor hij 5 jaar lang geen vergunning zou krijgen) bestaat o.m. uit winstderving tot datum uitspraak Raad van State d.d. 20 december 2023 plus uiteraard aanzienlijke reputatieschade.
Meer lezen: Boekje open over de illegale sluiting van het Turkse koffiehuis Transwijk versie 1-5-2025Beantwoording SV2024 nr 136 over Hoe verder met Turks Koffiehuis Transwijk-1SV 2021_285_Sluiting koffiehuis, intrekking vergunning en uitsluiting vanwege BINGO
Reacties zijn gesloten.